Skip to main content

Wie is God?

 {image path="images/2020/01/15_a109863a20_Wie-is-God.jpg"}

Begin januari was er een voorbereidingsavond voor de Rondom 4-dienst van 26 januari. Maud wordt binnenkort vier jaar en zo kwam het dat Jaap en ik die avond ook aanwezig waren. We deelden in de groep wat wij belangrijk vinden voor de toekomst van onze kinderen, we spraken over Bijbelverhalen die wij mooi vinden en toen kwam ook de vraag der vragen op tafel: als jij je kind(eren) wilt vertellen wie God is, wat vertel je dan? Daar stonden we met onze mond vol tanden. En dat terwijl de vraag al door verschillende kinderen gesteld is: wie is God?

Het is een heel wezenlijke vraag. Volgens mij maakt het niet uit of je 4 of 94 jaar oud bent; de vraag blijft en het ziet ernaar uit dat we nooit een antwoord krijgen. Althans, geen volledig antwoord.

Ik moest denken aan het gedicht De blinde mannen en de olifant van John Godfrey Saxe (1816-1887).
Daarin wordt verteld over zes blinde mannen die gaan onderzoeken wat een olifant is. Alle zes raken ze dezelfde olifant aan. De eerste voelde de brede en stevige flank van de olifant en zei: ‘De olifant is als een wal’. De tweede, die een slagtand voelde, riep uit: ‘De olifant is als een speer’. Nummer drie dacht aan de slurf te voelen dat de olifant erg op een slang leek. De vierde raakte met zijn handen een knie aan en twijfelde er niet aan dat een olifant als een boom moest zijn. De vijfde man voelde aan het oor dat het dier er als een waaier uit moest zien en de zesde kreeg een slingerende staart tegen zich aan en zei: ‘De olifant is als een touw.’
Alle zes hadden ze gelijk: wat zij ervaren hadden, klopte. En toch beschreef geen van hen precies wat een olifant was.

Als het gaat om de vraag wie God is, zijn wij eigenlijk allemaal blind. We lezen in de Bijbel over Hem, wie weet hebben we eigen ervaringen, maar niemand kan Hem volledig vatten. En net als je denkt dat je een idee hebt, laat Hij zich weer op een andere manier zien. Dat maakt die vraag zo ingewikkeld. We krijgen een handreiking en verder moeten we het, net als de mannen in het gedicht, op gevoel doen.

Je zou kunnen denken: het is mij te moeilijk. Over zo’n ingewikkelde vraag moeten we maar niet praten. En stel je voor dat ik het probeer, dan zeg ik het misschien verkeerd. Je kunt er flink verlegen mee zijn, zelfs als je een theologiestudie van ruim zes jaar achter de rug hebt.
Maar zou dat niet jammer zijn? Dat er geen volledige waarheid is betekent niet dat je het er niet met elkaar over kunt hebben. Met een open houding naar elkaar toe kan het juist een rijkdom zijn om je gedachten over God uit te wisselen. Zelfs als je vooral denkt: ik weet het niet. En als wijzelf het te ongemakkelijk vinden om de vraag te stellen, dan hebben we gelukkig de kinderen in onze omgeving nog die de vraag wel durven te stellen en erover willen praten.

Begin eens met de vraag: wat denk je zelf? Het antwoord zal je verrassen.

ds. Emma Rijks